Pélagie Gbaguidi
Pélagie Gbaguidi werd geboren in Dakar (Senegal) maar is van Beninse afkomst. Gbaguidi studeerde af in 1995 aan de École des Beaux-Arts Saint-Luc te Luik. Ze woont in Brussel.
Rond het jaar 2000 vroeg Gbaguidi zich af hoe ze haar stempel op de wereld kon zetten als kunstenaar. De digitale revolutie stond toen op een kantelpunt en begon onze perceptie van de realiteit te veranderen. Het antwoord kwam als een openbaring en lag in het dubbele bewustzijn dat ze van haar ouders had geërfd.
Gbaguidi noemt zichzelf een hedendaagse griot en gebruikt de verschillende media die de kunst haar aanbiedt om deze taak te vervullen, gaande van schilderijen, tekeningen, teksten, installaties en performances. Het helpt haar om zowel in het zichtbare als in het onzichtbare te verblijven. In West-Afrika zijn griots de bewaarders en ‘doorvertellers’ van de orale geschiedenis en verhalen. Zij dragen verhalen, gebeurtenissen, tradities en legenden over van ene op de andere generatie. Het zijn ook nomadische figuren die beelden, metaforen, muziek en poëzie van de voorouders laten doorleven in de huidige generatie.
Een griot is ook een tussenpersoon tussen het heden en het verleden gelinkt aan de voorouders, de natuur en de elementen. “Het heden is niet iets dat oud is”, geeft de kunstenares zelf aan, “het heden is het verleden.” Voor haar was dat dubbele bewustzijn nooit een conflict. “Het was overgeërfde rijkdom.” “De toekomst bestaat niet als we niet in het heden staan. De griot kan ons helpen om in het huidige moment te geraken, om binnen te gaan in de staat van de wereld zoals hij vandaag is, met alle contradicties en rampen. Ja”, besluit ze. “Dit is onze wereld.” (Pélagie Gbaguidi in gesprek met Sandrine Colard en Sammy Baloji naar aanleiding van de tentoonstelling Congoville, Middelheimmuseum, 2021)
In 2004, tijdens een residentie in het Centrum voor Hedendaagse Kunst in Nantes, ontdekte Gbaguidi toevallig Le Code Noir op een lokale boekenmarkt. Le Code Noir was een ordonnantie van de Franse koning Louis XIV uit 1685, een codex of opsomming van wetten, gedragscodes en strafrechtelijke bepalingen over de omgang met het menselijke koopwaar, de verhandelbare werkkracht, genaamd de slaaf, geldig voor alle Franse kolonies. De opstellers ervan gingen niet over één nacht om hun handel in voornamelijk rietsuiker en slaven in wetten te gieten. Colbert en zijn commissie werkte drie jaar aan de opstelling en redactie van de ‘wettelijke’ bepalingen. Gbaguidi was verbouwereerd en gechoqueerd over de inhoud en de ijskoude, ambtelijke en methodische toon van iedere zin. Na verschillende lezingen doken er beelden, gezichten, associaties en fragmentarisch geformuleerde herinneringen op van hen die het niet meer kunnen navertellen. Gbaguidi besloot om de slavernij te demystificeren en het te zien als deel van een universeel patrimonium.
In 2015 werden de 100 tekeningen van Gbaguidi opgenomen in de permanente tentoonstelling van het Mémorial ACTe in Guadeloupe, het Caraïbische centrum en monument ter herdenking van de slavernij.
Haar oeuvre vormt een nieuwe tijdlijn van de koloniale en postkoloniale geschiedenis waarop sporen van trauma’s, tekens, associaties en nieuwe, samengestelde archetypes ingaan tegen de officiële versie ervan, die de onderdrukking, de gruwel en de erfenis ervan omzeild. Vanuit haar kennis van de archieven her-contextualiseert ze wat er in het verleden is gebeurd om de ketting van onrecht die sindsdien is blijven doorlopen te verbreken.
“We moeten een andere geschiedenis schrijven want op dit moment weten we dat het officiële verhaal verschillende delen van de waarheid verstopt. En nu raken veel dingen in de vergetelheid. Dus is het belangrijk om die verhalen te verzamelen. Iedereen kan deelnemen om dit soort van dystopie te doorbreken, om iets anders op te bouwen en ook om de fouten uit het verleden niet meer te maken.”
Ondanks haar internationale parcours op de Biënnales van Dakar, Lubumbashi en Berlijn, op documenta 14 in Athene en Kassel en in het Smithsonian National Museum of African Art in Washington D.C, bleef haar werk lang onder de radar in de Belgische kunstwereld. Onder impuls van curator Sandrine Colard dook haar werk op in tentoonstellingen in WIELS (Multiple Transmissions: Art in the Afropolitan Age, 2019) en het Middelheimmuseum (Congoville, 2021).
Het performatieve karakter van haar werk doet denken aan haar collega kunstenaar en goede vriend Philippe Vandenbergh (1952-2009) in de zin van de urgentie om de wereld open te breken en door de mainstream weggestopte verhalen te tonen, die in het collectieve geheugen ronddwalen. Gbaguidi ziet het lichaam als een levend archief. Iedere mens is een archief in een wereld, die op zijn zachts gezegd op een verkeerde manier geconstrueerd is, door de mens zelf nota bene.
Gbaguidi gebruikt vaak delen van haar lichaam om verf of pigment op het doek aan te brengen. Ze schrijft een intiem dagboek. De werken ontstijgen vaak hun eigen ontstaansgeschiedenis. Ze plaats de banaliteit in het licht van liefde en schoonheid om aan de tragedie van de wereld te ontsnappen. De stuwende kracht die uit haar penseelstreken spreekt, vertolkt wat er, op het eerste gezicht, niet afgebeeld staat. Het is de emotionele, lichamelijke ondertoon die de kijker terugvoert naar het moment waarop Gbaguidi voor het doek stond, haar ziel aan de kunst schonk en het werk maakte. In een Westerse kunstgeschiedenisklas zouden ze dat aspect van haar werk als neo-expressionistisch aanduiden in de traditie van Edvard Munch.
In Le jour se lève (Xeno X Gallery, Antwerpen, 2022) sijpelen haar woede en verontwaardiging over het onbevredigende postkoloniale tijdperk door in de reeks pasteltekeningen Chaine Humaine. Tegelijk zien we veel handen die zich openvouwen en bijvoorbeeld een wereld van protest tegen de gevestigde waarden opduiken. Het is haar hoop en vertrouwen in de jongere generatie. Op het schilderij The Mutants zien we drie vrouwenlichamen afgebeeld tot aan hun middel. Ze staan naast elkaar in een rij en plassen op de grond. De middelste heeft de donkerste huidskleur en houdt haar handen vastberaden op de heupen terwijl de twee andere, links en rechts, lijken te bidden met gewoven vingers, alsof ze nog niet helemaal zeker zijn van het statement dat ze maken, gezien hun lichtere huidskleur. Ook de tint van de drie urinestralen varieert lichtelijk, van geel naar wit of lichtblauw. Ze komen strak als kanalen uit de drie lichamen vanuit de verte dichterbij gelopen, alsof ze ieder moment uit de bodem van het canvas kunnen komen én op de schoenen van de kijker.
The Missing Link, Decolonisation Education by Mrs. Smiling Stone (Kassel, 2017 en Middelheimmuseum 2017-21) is een installatie met schoolbanken en grote doeken waarop het resultaat van de workshop met scholieren te zien was. De glimlachende steen waarvan in de titel sprake, was het skelet dat aan Gbaguidi verscheen en zei: “Weet je, ook al kun je naar de maan reizen, als de rassenideologie niet uitgeroeid wordt dan zal de wereld dezelfde kleren dragen, bij wijze van marteling.” Het beeld van de glimlachende steen ontstond na haar bezoek aan de archieven over de Apartheid en het herdenkingsmonument in Soweto in Zuid-Afrika.
Gbaguidi zette vervolgens een educatief project op, een work in progress, om via kunst het onderwijs te dekoloniseren, om metaforen, binaire archetypes en denkbeelden te zuiveren van de giftige constructies uit het verleden. Daarvoor leverde ze ook materiaal aan uit verschillende archieven, zoals Le Code Noir, enkele poppen en karikaturen uit het Deutches Museum in München, het vrijlatingscontract uit de inscripties van voormalige slaven in de Tempel van Apollo in Delphi (Griekenland), foto’s van Peter Magubane van de scholierenopstand in Soweto in 1976 en enkele restanten van keramiek uit WOII. De kunstwerken van de scholieren werd opgenomen in de tentoonstelling en installatie.
Het onderwijs is de plek bij uitstek om de samenleving te ontdoen van de tijdsgebonden begrippen die aangeleerd zijn. Ze zitten een nieuw wereldbeeld in de weg, een realiteit waarin mensen ethischer en duurzamer met elkaar omgaan. De ervaring met die oude mechanismen in een onderwijscontext kan het heden heel wat vooruit helpen.
DE