De Stadscollectie Antwerpen is een levendig eerbetoon aan de kunstenaars die de stad Antwerpen kleur geven. Van opkomend talent tot gevestigde namen, deze collectie belicht lokale creativiteit, maar ook de wereldwijde invloed van de Antwerpse kunstscene. Welkom!

Charline Tyberghein

°1993
Geboren in Antwerpen, BE
Leeft in Antwerpen, BE

De bevlogen schilderes Charline Tyberghein studeert in 2018 af aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en wordt in dat jaar meteen uitgeroepen tot beste afstudeerstudente van 14 Europese kunstacademies. Ze vindt onderdak bij galerie Sofie Van de Velde en wordt gevraagd voor tentoonstellingen in binnen- en buitenland.

Haar schilderijen kunnen omschreven worden als absurde interventies in de realiteit; ze zijn speels in hun eenvoud, maar verbergen een doordachte beeldspraak gecombineerd met een vleugje humor en escapisme. De tegendraadse spirit van de Brusselse surrealisten van weleer is nooit ver af. Ze gebruikt banale voorwerpen en figuratieve symbolen die ze sublimeert tot zelfstandige artistieke entiteiten die zich tussen het tastbare en het imaginaire bevinden. Haar beelden kunnen omschreven worden als oefeningen in het kijken: de oppervlakken worstelen steeds met een onderliggende betekenis, waardoor ze in al hun eenvoud bijzonder complex zijn.

Naast de surrealistische toets gebruikt ze ook de oude trompe l’oeil-technieken om reliëf en  dieptezicht over te brengen op het 2 dimensionale vlak. Zo ontstaan er misleidende optische illusies van ruimte en perspectief, die het beeld tragisch dan wel bevreemdend maken. Weerkerende patronen zoals damborden, ruitjes, bakstenen en houtnerven, worden eindeloos herhaald, of net opzettelijk geïsoleerd, om de blik van de toeschouwer langer vast te houden.

Haar inspiratiebronnen zijn niet alleen te vinden in de kunstgeschiedenis en boeken rond thema’s zoals: pictogrammen, verkeersborden, de symboliek op grafstenen, vlaggen en wapenschilden, maar vooral ook in de hedendaagse sociale media waar een overvloed aan symbolen en pictogrammen te vinden is. Aan de hand van screenshots houdt de kunstenares een gestructureerde visuele databank bij over vensters, gevelstenen, sigaretten, handen en allerhande patronen en structuren die ze later herwerkt op hout of doek.  

De eenvoud van haar werken verraad een rustige, berekende aanpak. Tyberghein gaat systematisch te werk met acrylverf en veel tape: “De werken met eenvoudige, repetitieve patronen vind ik ook het leukst om te maken. Ik meet alles op voorhand uit, plak het hele ding af met tape en voer het werk uit.” Er is geen spoor van expressieve of explosieve energieën. “Als ik eenmaal begin met schilderen, weet ik bijna perfect hoe het schilderij eruit zal zien.” Op een bezwerende, bijna therapeutische wijze bouwt ze haar werk op in lagen en met herhalingen. Het eindresultaat is iets dat zich tussen het abstracte en het figuratieve bevindt. Ze gebruikt subtiele maar vaak ongebruikelijke kleuren die haar gevoel voor humor nog versterken. Volledig in lijn met de surrealistische traditie maken de titels die ze bedenkt deel uit van het werk op zich. “Als ik iets maak dat stevig binnenkomt, dan wil ik die zwaarte ondersteunen met een grappige titel om het geheel in balans te brengen. De melancholie die erin zit wordt dan dragelijk. Met tristesse alleen ben je snel uitverteld.”

HW