Marthe Wéry
Deze serie grijze gelijnde schilderijen uit 1974 is exemplarisch is voor het werk van Marthe Wéry. In die periode scharniert Wéry’s strakke werk tussen haar ‘vroege’ geometrische en constructivistische composities en haar ‘recente’ onderzoek rond drager en huid dat zich vertaalt in subtiele monochromen. Deze reeks kan men situeren bij de fundamentele schilderkunst vanwege de duidelijke interesse voor de rechthoekige vorm en de vlakheid van de drager en de aandacht voor het werkproces. In deze tien gestifte werken is de lijn, als grenswaarde van de ontlede vorm, immers het middel om een oppervlak te beroeren en te beleven. De ‘vroege’ vormen vallen op deze doeken uiteen in lijnen. Lijnen die in het latere werk op hun beurt samenkomen en kleurvlakken vormen.